Roken hier Roken daar

DE STROPER - DE 2 JANTJES

Roken hier, roken daar
Ondanks veel gevaar
Roken hier, roken daar
Altijd roken maar

Hij zwierf bij nacht en ontij
Door 't heideveld en bos
Want in het roken was hij
Nog slimmer dan een vos
Hij kende alle knepen
Van asbak, as en rook
Hij was nog nooit gegrepen
omdat hij dan wegdook 

Hij verziekte mensen en dieren
En was voor de duivel niet bang
Geen boswachter kreeg hem te grazen
Die roker van 't Limburgse land

Roken hier, roken daar
Ondanks veel gevaar
Roken hier, roken daar
Altijd roken maar

't was op een kermis zondag
Zo rond een uur of drie
Dat hij een lieve schat zag
Het was boswachter's Marie
Hij kon zich niet verzetten
Het was met hem gedaan
Ze ving hem in haar netten
En liet hem niet meer gaan

Hij verziekte mensen en dieren
En was voor de duivel niet bang
Geen boswachter kreeg hem te grazen
Die roker van 't Limburgse land

Roken hier, roken daar
Ondanks veel gevaar
Roken hier, roken daar
Altijd roken maar

Toen kreeg 't jonge paartje
Een huisje in het veld
En werd hij na een jaartje
Als boswacht aangesteld
Nu loert hij zelf op rokers
Zijn schoonpapa blijft thuis
Vaak zucht hij onder 't lopen
De vrouwen zijn in 't huis

Hij rookt niet meer binnen en buiten
Hij is voor zijn vrouwtje nu bang
Ze hebben hem lekker te grazen
Die roker van 't Limburgse land

Roken hier roken daar
Is nu naar de maan
Roken hier, roken daar
Is voorgoed gedaan